Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Ik heb [39]hem gekend, [40]opdat hij zijn kinderen en zijn huis na hem zoude bevelen, en zij [41]den weg des HEEREN houden, [42]om te doen gerechtigheid en gerichte; opdat de HEERE over Abraham brenge, hetgeen Hij over hem gesproken heeft. 39. Dat is, Ik heb hem uitverkoren, bezind en verzorgd als mijn eigendom. Alzo wordt het woord kennen genomen in verscheidene plaatsen, als Ps.1:6; Jer.1:5, en Jer.24:5; Hos.13:5; Amos 3:2; Joh.10:27; 2 Tim.2:19. 40. Aldus worden de Hebreeuwse woordjes, die hier gebruikt zijn, genomen Lev.17:5; Deut.20:18, en Deut.27:3, enz. 41. Dat is, het voorschrift van Gods Woord, ons onderwijzende in al hetgeen ons geloof en onzen wandel aangaat. Zie Ps.51:15, enz. 42. Een manier van spreken dikwijls in de Heilige Schrift gebruikt, betekende al wat goed en recht is, begrepen in de eerste en tweede tafel der wet, tot het privaat of publiek leven behorende. Verg. Ps.119:121.